Het World Wide Web Consortium (W3C.nl) heeft, samen met andere groepen en standaarden instituties, de technologieën vastgesteld voor het maken en uit lezen van op het web geplaatste informatie. Deze technologieën, die we "web standaarden" noemen, zijn zorgvuldig ontworpen om het meeste voordeel voor het grootste aantal webgebruikers te bieden, terwijl ze de lange termijn bruikbaarheid van elk document gepubliceerd op het Web verzekeren. In de rechter kolom tref je alle details.
Ontwerpen en bouwen met deze standaarden vereenvoudigt en brengt de produktiekosten omlaag, terwijl het websites oplevert die toegankelijk zijn voor meer mensen en meer soorten Internet apparaten. Websites die op deze wijze zijn ontwikkeld zullen correct blijven functioneren wanneer traditionele desktop browser ontwikkelen en wanneer nieuwe Internet apparaten op de markt komen.
Het klinkt zo eenvoudig en het is zo logisch. Wat is dan eigenlijk het probleem? En waarom is er een Web Standards Project?
Hoewel de bouwers van de markt leidende browsers betrokken zijn geweest bij het ontwikkelen van web standaarden sinds W3C werd opgericht, hebben zij het naleven van deze standaarden jarenlang opgeofferd aan de concurrentie strijd. Met het uitgeven van browsers die niet eenduidig de standaarden ondersteunden, hebben de producenten onnodig het Web opgebroken en daarbij schade berokkend aan zowel de ontwerpers, de programmeurs, de gebruikers en de bedrijven.
Het ontbreken van eenduidige ondersteuning van de W3C standaarden frustreerde de consumenten: wanneer zij de “verkeerde” browser gebruikten, konden velen de inhoud niet zien of niet de gewenste transacties doen. Onder de meest getroffenen waren mensen met een handicap of met speciale behoeften.
Tegelijkertijd bracht het gebrek aan eenduidige ondersteuning van de W3C standaarden de ontwerpers, programmeurs en website bezitters een verschrikkelijk dilemma: konden zij het zich veroorloven om meerdere versies van elke webpagina te plaatsen om rekening te houden met van de standaarden afwijkende browsers? Zo niet, welke browsers konden ze dan negeren, en hoeveel miljoenen mogelijke bezoekers waren ze bereid af te schrikken? Hoe dan ook, de kosten waren te hoog. En dat zijn ze nog steeds.
De versplinterde browser markt voegde minstens 25% toe aan de ontwikkelkosten van alle websites. Vanwege tekort aan budget maakten vele programmeurs websites die mogelijke klanten uitsloten. Veel programmeurs die kennis hadden van de standaarden zagen niet de zin in van het bouwen van websites voor browsers die de standaarden niet ondersteunden. Anderen wisten weinig of niets over de standaarden—en velen kennen ze nog steeds niet, daaronder degenen van de multi-miljoen-euro bedrijven die overweg kunnen met ASP, Java, FlashMX en .Net, maar vrijwel geen kennis hebben van structurele codering, stijlbladen en het belang van de scheiding tussen structuur en vormgeving.
Sommige ontwerpers hebben doelbewust, gehinderd als ze waren door de van de standaarden afwijkende browsers, alles behalve de oudste en meest algemene web technologieën van hun websites geweerd. Zulke websites konden meestal wel functioneren in alle browsers, maar dit ging ten koste van de aantrekkelijkheid en functionaliteit voor de consument.
Anderen vertrouwden op de WYSIWYG opmaak- en publicatiesoftware om meerdere lagen van codering en script te produceren, geschikt voor alle eigenaardigheden van verschillende populaire browsers. Dit was verspilling van zowel geld als bandbreedte en resulteerde in websites die het niet werkten in de volgende generatie van browsers (en nimmer hebben gewerkt in de alternatieve browsers of apparaten, van digitale boeken tot Lynx en van PDA's tot de minder populaire browsers zoals Opera). Het Web is vervuild met de lijken van ooit indrukwekkende websites die niet meer functioneren in de tegenwoordige browsers of apparaten. Nog erger is: dergelijke websites worden nog steeds elke dag gemaakt.
Sommige ontwerpers werden zo gefrustreerd dat ze zich helemaal afkeerden van web standaarden en exclusief voor gepatenteerde toepassingen gingen programmeren. Hoewel rijk aan creatieve potentie, hebben dergelijke technologieën te lijden onder een gebrek aan brede toegankelijkheid, en schieten ze tekort bij zulke normale gebruikersbehoeften als toevoegen aan favorieten, printen, knippen-en-plakken en andere taken die webgebruikers moeten kunnen uitvoeren op informatieve en dienstverlenende websites.
Als antwoord op deze problemen is in 1998 The Web Standards Project (WaSP) opgericht met als doel om het gebruik van de essentiële web standaarden te bevorderen en om de bouwers van browsers te stimuleren hetzelfde te doen - om daarmee eenvoudige en betaalbare toegang tot het Web voor allen veilig te stellen.
Hoewel onze boodschap aanvankelijk op weerstand stuitte (met name van de marketing- en voorlichtingsafdelingen van de browserbedrijven), hebben we uiteindelijk succes geboekt - deels omdat de software ontwikkelaars bij vele browser bedrijven het met ons eens waren en WaSP zagen als een bondgenoot in hun interne strijd met het management.
Vanaf 2000 kwam de ene na de andere van de markt leidende browsers de belofte na om veel van de standaarden toe te passen die wij (vaak luidruchtig) hadden bepleit. De huidige markt leidende browsers, evenals meerdere van hun concurrenten, voorzien inmiddels in uitstekende ondersteuning voor HTML4, XHTML1, CSS, ECMAScript (de standaard versie van JavaScript) en DOM—ofwel ze zijn hard op weg hieraan te gaan voldoen.
Dankzij deze browsers zijn ontwerpers en programmeurs eindelijk in de gelegenheid om te bouwen met XHTML en CSS en kunnen veelal structuur scheiden van opmaak om zo draagbaarheid en toegankelijkheid maximaal te maken. Met enige voorzichtigheid kunnen ontwerpers en programmeurs ook de W3C standaard DOM gebruiken om moderne gebruiksmogelijkheden aan hun websites toe te voegen.
Kortom—wat is nog het probleem en waarom is er nog steeds een Web Standards Project?
Hoewel de hedendaagse browsers de standaarden ondersteunen blijven tienduizenden ontwerpers en programmeurs ouderwetse methoden gebruiken die een lachertje maken van structuur en opmaak, soms zelfs semantische structuren geheel vermijden en (X)HTML verkeerd gebruiken als ontwerpinstrument. Goed betaalde professionals blijven ongeldige, ontoegankelijke websites uit de grond stampen, vol met structureel nietszeggende codering, grote image maps, overdreven geneste tabellen en gedateerde ontdekkingsscripts die nu juist de usability problemen veroorzaken ter vermijding waarvan ze ooit bedoeld waren.
Veel boeken over website bouwen leren ons nog steeds de ouderwetse methoden en veel veldwerkers zijn er nog steeds trots op websites te ontwikkelen die precies hetzelfde eruit zien in alle mogelijke soorten browsers—ten koste van toegankelijkheid, lange termijn bruikbaarheid of conformiteit aan toekomstige standaarden. Anderen ontwikkelen in gepatenteerde code die slechts werkt in een handvol populaire browsers.
Het is daarom een van de belangrijke doelen van WaSP geworden om leermiddelen beschikbaar te stellen die onze vakgenoten kunnen helpen om standaarden conforme methoden te leren die in hun belang zijn en in het belang van hun klanten en de website gebruikers.
Veel professionals gebruiken bij hun werk de WYSYWYG opmaaksoftware die werd ontwikkeld op het hoogtepunt van de Browser Oorlogen. Zoals hierboven al vermeld maak je met dergelijke software ongeldige, niet-semantische websites die geschikt zijn voor de 4.0 browser eigenaardigheden in plaats van voor de standaarden. In 2002 hebben twee markt leidende WYSYWYG opmaakprogramma's hun ondersteuning van de web en toegankelijkheid standaarden fors vergroot (waarvan één met de hulp van The Web Standards Project). Echter, om gebruik te maken van deze standaarden moeten de professionals de basis beginselen en de voordelen van ontwerpen en bouwen conform web standaarden leren. Dit duidt vervolgens dus weer op de behoefte aan onderwijs voor webprogrammeurs.
Klanten en website managers hebben deze informatie ook nodig als zij nastreven om websites te maken die toegankelijk zijn in de browsers en apparaten van tegenwoordig en die bruikbaar blijven wanneer browsers en apparaten verder ontwikkelen. Als WaSP hopen we dat website bezitters, wanneer ze kennis hebben kunnen nemen van de voordelen die de standaarden bieden, hun websites niet meer op dezelfde manier zullen beschouwen als de printversies van hun reclame, die er altijd eenvorming moet uitzien. We hopen dat zij zich gaan richten op het leveren van informatie en functionaliteit op maat binnen een opmaak die enigszins mag verschillen naargelang de specifieke eigenschappen en mogelijkheden van verschillende browsers en apparaten.
De oorspronkelijke Missie van de WaSP uit 1998 is beschikbaar in archive.webstandards.org.
© 1998-2002 Web Standards Project, www.webstandards.org
Nederlandse vertaling door: Oskar van Rijswijk